Uitgangspunten
Het is duidelijk dat er een hemelsbreed verschil is tussen het noorden en het zuiden als het gaat over politieke opvattingen, cultuur, de rol van de overheid versus de privésector, welzijn en welvaart. Die verschillende visies zorgen ervoor dat een homogeen beleid amper kan bestaan. De opvattingen lopen te ver uiteen om een beleid te voeren dat een toegevoegde waarde is voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
Democratisch deficit
De opdeling in het parlement in taalgroepen maken het mogelijk dat de Franstalige parlementsleden de ideeën van de Vlaamse meerderheid kunnen blokkeren in belangrijke domeinen. Dat geldt onder meer ook voor de financiële verhoudingen tussen Vlaanderen en Wallonië. Hetzelfde democratisch deficit zit ook vervat in de paritaire samenstelling van de federale regering en de aparte verkiezingen in de deelstaten. De moeizame vorming van een federale regering is hiervan een gevolg. Die gaat gepaard met compromissen die nadelig zijn voor een krachtig beleid met betrekking tot de Belgische begroting en dus voor ieders welvaart.
Dure structuren
Al lang wordt gepleit voor homogene bevoegdheidspakketten voor de regio’s. Dat is gebeurd voor onderwijs en mobiliteit, weliswaar niet volledig. Alle andere bevoegdheden bleven federaal of werden versnipperd over de twee beleidsniveaus met als gevolg: een duur, incoherent beleid.
België telt vandaag zeven regeringen en negen parlementen. De Waalse overheid is in vergelijking met de Vlaamse, rekening houdend met het aantal inwoners, 50% duurder. Bovendien laat de kwaliteit van de Belgische overheidsdiensten te wensen over. In zijn ‘Waar voor uw Geld’-barometer kwam Voka tot de conclusie dat in 15 van de 24 welvarendste landen de overheid meer kwaliteit biedt tegen een lagere kostprijs dan België.
Onhoudbare overheidsfinanciën
Gevolg van dit alles is dat België op ongeveer 55% van zijn Bruto Binnenlands Product, de waarde van alle goederen en diensten die België in één jaar produceert, beslag legt om zijn uitgaven te dekken. En dan nog blijkt dit ontoereikend te zijn. België heeft meer schulden en int hogere belastingen dan de meeste Europese landen, maar kan daar geen behoorlijk bestuur tegenover stellen. Denk aan justitie, interne veiligheid, ordehandhaving, defensie, infrastructuur of openbaar vervoer. In haar rapport waarschuwt de EU Commissie dat de Belgische schuld op middellange termijn wel eens onhoudbaar kan worden. Dat risico lopen vooral België en Wallonië, Vlaanderen is de uitzondering. Toch is er geen ‘sense of urgency’ te bespeuren op Belgisch niveau. De nonchalence waarmee gesproken wordt over het begrotingstekort en de totale Belgische schuld is hoogst merkwaardig. Hogere belastingen of extra kredieten zijn geen oplossing want ze brengen de economische groei in het gedrang of wegen op de kredietwaardigheid. De hoge Belgische federale schuld is integraal veroorzaakt door Wallonië.